Arent VII van Duivenvoorde 1528–1600
heer van Duivenvoorde, Noordwijkerhout, het Woud, Starrenburg en Veur
lid van het verbond der edelen 1565 aanvoerder en gemachtigde van Lumey, graaf van der Marck
commissaris voor alle krijgszaken 26 oktober 1573
lid der Staten van Holland.
Arent werd in oktober 1528 in Utrecht geboren. Hij was de oudste zoon van Jan van Duivenvoorde (1525–1546) en Hadewich van Renesse († 1572). Zij was eerder getrouwd geweest met Jan van Drakenborch. De familie woonde op het Drakenborchhuis aan de Oude Gracht.
De Renesses behoorden tot de oudste regentenfamilies in Utrecht.
Jan van Duivenvoorde was de tweede zoon van ridder Jan II van Duivenvoorde (1483–1544).
Deze liet in zijn testament uit 1540 opnemen dat de oudste van zijn drie zoons, Arent VI (na hem volgden Jan en Adriaen):
‘hebben en behouden sal die hofstede van Duvenvoirde met alle sijne toebehoren sulx als men die te leen houdend is van mijn heer van Wassenaer, potinge, plantinge, boom- gaerden, elsen ende al sijn beplantinge mit thienden, thijnsen, scatenboss ende alle andere thobehoiren sijn thienden tot Wateringen, sijn thienden tot Eykenduijnen sijn thienden tot Alphen ende teruys landt tot Pijnaken, item den huisraet wesende opten huyse van Duvenvoirde mitte bouwe- rije van coeyen, paerden scapen ende andere dierlelijcke item die huysinge ende erve gelegen tot Leyden op de Papengracht’.1)
Arent VI was getrouwd met Johanna van Lockhorst. Hij stierf in 1557 zonder kinderen na te laten en liet de heerlijkheid Duivenvoorde aan de derde broer, Adriaen (1544–1573), domdeken van Dordrecht.2) De tweede broer Jan, Arents vader, was al in of voor 1550 gestorven. Adriaen ging op Duivenvoorde wonen en benoemde in 1562 zijn neef Arent tot zijn universeel erfgenaam. Elisabeth Gerritsdochter was zijn vrouw met wie hij niet officieel kon trouwen omdat hij een kerkvorst was. Samen hadden zij zeven kinderen.
Een daarvan, Arnoud van Duivenvoorde, die in 1602 aan de pest stierf, ligt begraven in de Oude Kerk in Delft. Op zijn grafschrift staat geschreven dat hij een man was ‘rijk in deugd en zeldzaam in dapperheid voor wie het een eer was voor Christus te leven en te sterven...’
Arent vocht als jonge man mee in het leger van Karel V en heeft zich daar ‘adelijk en eerlijk gedraeghen’.
Na zijn diensttijd keerde Arent in de kring van zijn familie in Utrecht terug.
Hij ontving een jaarlijks pensioen van 200 carolusguldens.
In 1545 werd hij heer van Noordwijkerhout, het Woud en Starrenburg.
Vanaf 1558 gaf zijn moeder hem een jaarlijkse rente.
In 1555 had Karel V afstand van de troon gedaan. Zijn zoon Philips II werd de nieuwe koning van Spanje, de Nederlanden en enkele gebieden in Italië.
Anders dan zijn vader, die vanuit Brussel zijn regering had geleid, bleef Philips II in Spanje. Zijn halfzuster, Margaretha van Parma (1522–1586), verving hem als landvoogdes in de Lage Landen van 1559 tot 1567.
Ondertussen waren er in delen van het rijk van Karel V nieuwe godsdienstige groepe- ringen ontstaan. Daar waren de aanhangers van Luther, en de streng orthodoxe aan- hangers van Calvijn en de dopers. Zij werden allen vervolgd, en menigeen is op de brandstapel om het leven gekomen.
Dit was de toestand in het land die Arent na zijn terugkomst uit de legers van Karel V vond.
Zijn moeders familie, de Van Renesses, waren protestant en Arent voegde zich bij hen.
Bij de geheime godsdienstoefeningen die buiten de stad werden georganiseerd, en waar de zogenaamde hagenpreken werden gehouden stond hij op wacht. Verspieders waren overal.
Hij bezocht zijn oom Adriaen op Duivenvoorde en zijn neven Van Raephorst (ook protestanten) in Leiden en Wassenaar.
Arent was bevriend met Hendrik van Brederode (1531–1568), een leidersfiguur, een protestant. Op zijn kasteel in Vianen herbergde hij zelfs een tijdje de Antwerpse drukker Plantijn, die vandaar uit illegale protestantse geschriften heeft gedrukt en verspreid.
Hendrik van Brederode nam in 1565 het initiatief een smeekschrift aan de landvoogdes op te stellen, waarin hij verzocht op te houden met de vreselijke vervolgingen van de protestanten en dopers. Vele edelen, waaronder Arent van Duivenvoorde, onder- tekenden dit smeekschrift en in 1566 boden ze dit gezamenlijk aan de landvoogdes aan. Toen de optocht van edelen bij haar kwam fluisterde haar Spaansgezinde raadsman, Charles de Berlaymont (1510–1578), tegen haar: ‘n’ayez pas peur Madame ce ne sont que des gueus’ (het zijn maar bedelaars). Allen die met het verzet mee wilden doen noemden zich van die tijd af met trots ‘Geuzen’.
Nadat Margaretha van Parma minachtend op het verzoekschrift had gereageerd begon in 1566 de opstand en begonnen de Beeldenstormen. Overal werden de katholieke beelden uit de kerken vernield, de kerken soms in brand gestoken. Menig prachtig kunstwerk is toen verloren gegaan.
Arent deed waarschijnlijk met zijn ooms Jan, Filips en Willem van Renesse mee met het plunderen van kerken in Utrecht. De Utrechtse vroedschap moest ten slotte de Jacobskerk aan de protestanten afstaan. Dezelfde kerk, naar welke later in 1580 Emmery van Liere de prins van Oranje heeft meegenomen.
Arent zou ook in Leiden de beeldenstorm hebben aangemoedigd.
Philips II heeft toen Fernando Alvarez de Toledo, hertog van Alva (1507–1582), als landvoogd naar de Lage Landen gestuurd. Een groot veldheer, bekend om zijn wreedheid.
Alva moest orde op zaken stellen en ieder die iets met de Beeldenstorm te maken had gehad ter dood veroordelen. Duizenden zijn terecht gesteld of verbannen door de door Alva ingestelde Bloedraad.
De Tachtigjarige Oorlog was begonnen.
De leiders van de verzetsbeweging hadden niet allen de beeldenstorm toegejuicht en zo is Hendrik van Brederode in gezelschap van veertig edellieden naar het klooster van Egmond gegaan, om dat tegen het komende geweld te beschermen, en van- daar uit naar het noorden van Holland getrokken om de rust te herstellen. Hij liet Arent en diens neef Herbert van Raephorst in Egmond achter.
Het verhaal gaat dat Arent en Herbert met hun paarden en honden de abdij zijn binnengedrongen, er de kerstviering hebben verstoord, en een broeder hebben gedwongen ‘vive les gueux’ te roepen. Ook gaat het verhaal dat zij Nieuwjaar hebben gevierd met de wijn van de lekenbroeders van Heiloo en de bisschop van Haarlem hebben beledigd door hem voor ‘dronken Klaasje’ uit te schelden.3)
Natuurlijk werden Arent en ook Hendrik van Brederode in 1568 door Alva’s Bloedraad veroordeeld. Zij werden verbannen en al hun bezittingen werden verbeurd verklaard.
Arent is naar Leiden gegaan naar het huis aan de Papengracht en vulde daar een grote koffer met ijzer beslagen met zijn waardepapieren.4)
Samen met Hendrik van Brederode vluchtte hij naar Emden waar de protestantse kerk aldaar hen heeft opgevangen. Honderden uit de Lage Landen hadden daar al hulp
en verzorging gevonden.
Hendrik van Brederode is in Emmen gestorven en Arent is naar het protestantse Engeland van Koningin Elisabeth gegaan waar hij zoals vele andere vluchtelingen dienst nam op de vloot van de ‘watergeuzen’.
Ondertussen had Adriaen van Duivenvoorde, bezorgd dat door het gedrag van zijn neef Duivenvoorde zou worden aangevallen en dat Arent nooit meer zou terugkomen, zijn testament veranderd en in plaats van hem, zijn andere neven, kleinkinderen van zijn zuster Theodora († 1532) en Jacob van Zuylen van Nijevelt († 1545), Jacob van Zuylen van Nijevelt en Jacob en Pieter van der Moelen tot erfgenamen van Duivenvoorde benoemd.
De watergeuzen waren zeerovers en maakten vanuit de Franse havenplaats La Rochelle en vanuit Engeland de zeeën onveilig. Zij ondernamen rooftochten naar de kusten. De geroofde spullen werden aan de wal verkocht en zo kwamen zij aan de kost.
In september 1571 werd Willem Lumey van der Marck (1542–1578), ook een beroemde en woeste geus, en kleinzoon van Jan II van Wassenaer (1496–1523), een van de opperbevelhebbers van de geuzenvloot. Voorjaar 1572 moest hij op bevel van koningin Elisabeth met zijn mensen het land verlaten. Zij had genoeg van deze bandieten.
Lumey vertrok met 25 schepen en 1200 mannen. Arent was er ook bij.
Zij zwierven over de Noordzee. Met een wind uit het noorden dreven ze af en kwamen bij toeval bij de Maasmonding terecht, niet ver van Den Briel. De plaatselijke veerman, Jan Koppelstok, kwam vertellen dat het Spaans garnizoen kort te voren uit Den Briel vertrokken was en dat er ook verder in de buurt geen vijandelijke troepen waren.
Op 1 april 1572 hebben de geuzen toen Den Briel voor de prins van Oranje veroverd.
Zo kwam Arent van Duivenvoorde terug in het vaderland. Latere generaties noemden hem ‘Arent de Watergeus’.
Hij mocht Lumey vertegenwoordigen op de eerste vrije Statenvergadering op 19 juli 1572 te Dordrecht.
Willem van Oranje zelf benoemde hem tot kolonel, eerst over vier en later over tien compagnieën; zijn militaire carrière was begonnen. Het zou nog heel lang oorlog blijven in de opstandige gewesten.
Ondertussen had hij zijn koffer met de waardepapieren opgehaald in Leiden. Daar ontmoette hij Theodora van Scherpenzeel, kleindochter van zijn zuster Theodora.
Hij is naar Duivenvoorde gegaan om zijn oom Adriaen te bezoeken, die hem hartelijk ontving.
In oktober 1573 trouwde Arent met Theodora. Hij was 45 en zij 19 jaar oud. Het echtpaar ging aan de Breestraat wonen en later aan de Pieterskerkgracht in het huis dat Theodora van haar tante had geërfd. Daar werden vijf kinderen geboren waarvan twee volwassen zouden worden, Johan (1576–1645) en Theodora (1577–1660). Johan is de stamvader van alle thans levende Wassenaers.
De oorlog ging door en Arent was veel weg. Hij was aanwezig bij mislukte pogingen Haarlem te ontzetten en in 1576 moest hij naar Utrecht om die stad onder het bewind van de stadhouder te krijgen.
Hij nam deel aan het ontzet van Deventer, Kampen en Lochem en werd gouverneur van de vestingsteden Geertruidenberg en Den Briel.
Zijn militaire carrière eindigde in 1585 toen de graaf van Leicester (1533–1588) als vertegenwoordiger van koningin Elisabeth van Engeland in het land kwam.
Ondertussen was hij lid van de Hollandse ridderschap geworden. Dat bracht mee dat hij zoveel mogelijk aanwezig moest zijn op vergaderingen van de Staten van Holland, Zeeland en West-Friesland.
Maar soms was hij verhinderd en dat niet alleen vanwege de oorlog.
Op 25 mei 1577 schreef hij het volgende:
‘alsoo ick den XXIIen dezer maent uwer E myssive ontfangen hebbe inhoudende dat ick mij bynen drie daegen in den hage soude vinden om enyge zaecken van importancie mij voer te houden, dient desen uwer E. voer antwoert als dat ick tzelfde scrijven wel soude achtervolgen dan overmijts mijn huijvrou van ure tot ure bevallen zal ende ick mede nyt en wel zij gedisponeert, groete tandtsweer lijdende, es mijn ver souck dat uwer E mij voer deze reyse houden willen voer geecuseert be gerende altoes die zaecken anders gelegen zijnde ‘tzelve te achter volgen...’
‘Edele wijse voersienyghe seer dyscrete heeren hiermet wil ick uwer E den Almachtighe bevoelen hebben./ Met haest den XXV may a 1577’.5)
In 1573 was de domheer van Dordrecht onwel geworden en plotseling gestorven.
Jacob van Zuylen van Nijevelt en Pieter en Jacob van der Moelen waren heren van Duivenvoorde geworden.
En zij wilden dat bezit houden.
Arent ging de strijd, gevoerd voor het Hof van Holland, met hen aan. Het werd een strijd die meer dan twintig jaar zou duren. Volgens Elisabeth Gerritsdochter was
het altijd de bedoeling van de domheer geweest om het testament waarin hij Arent onterfd had te herroepen en Arent weer opnieuw erfgenaam van het grote bezit van Duivenvoorde te maken. Hij was daar echter niet meer aan toegekomen.
Een argument waarop Arent zich kon beroepen was een artikel van de Pacificatie van Gent.
De Pacificatie van Gent was een verdrag dat in 1576 gesloten was tussen de Staten van Brabant, Vlaanderen, Artesië en Hene- gouwen met de Staten van Holland en Zeeland. Zij namen Willem van Oranje aan als hun stadhouder. Een van de afspraken van dat verdrag was dat er een amnestieregeling kwam voor de opstandelingen:
‘Alle ‘giften, exheredatiën en andere depositien’, in leven of bij testament door particuliere personen gedaan, waarbij de rechtmatige erfgenamen onterfd zijn ter oorzake van de troe belen of religie, worden geacht gecasseerd en van geen waarde te zijn....’
Het proces duurde tot november 1599. Het Hof van Holland wees toen de heerlijkheid Duivenvoorde aan Arent toe.
Voor die tijd, op 6 maart 1599, maakten Theodora en Arent een testament:
hun zoon Johan zou Duivenvoorde erven, maar moest zijn zuster Theodora wel compenseren. Moeder Theodora zou de administratie voeren en zou ‘de kinderen eerlijck na haeren staet in costen en clederen onderhouden’ totdat zij ‘met vrunden raedt elcx gehylickt sullen wesen’.6)
Na de toewijzing zijn Arent en Theodora op Duivenvoorde gaan wonen waar hij in voorjaar 1600 gestorven is na drie maanden ziek te zijn geweest.
Arent werd in het graf in de kerk van Voorschoten begraven.
NOTEN
1 HAT 824. Akte van scheiding en deling van de nalatenschappen van Jan van Duivenvoorde van Elisabeth van Renesse, 1544. Met aantekeningen van Arend van Duvenvoorde betreffende de ontvangst van termijn van een jaarrente die hem uit de nalatenschap is toegevallen, 1549–1557. 1 charter
2 Van der Aa Biografisch woordenboek
3 Kolff 1966: 119
4 Gemeentearchief Leiden, notarieel archief 43 akte 143, protocol notaris Jan van Hout d.d. 14-10-1573
5 Verzameling L.J. van der Klooster, Hof van Holland, 4592
6 Verzameling L.J. van der Klooster, archief huis Duivenvoorde, no. 40
Op deze site wordt een beeld gegeven van 800 jaar familiegeschiedenis van één van de oudste adellijke geslachten, de Van Wassenaers. »lees meer
Op deze site wordt een beeld gegeven van 800 jaar familiegeschiedenis van één van de oudste adellijke geslachten, de Van Wassenaers. »lees meer
Op 3 november 2000 was het 800 jaar geleden dat voor het eerst een Van Wassenaer in schriftelijk gedocumenteerde vorm verscheen. Dat feit vormde de aanleiding voor een aantal evenementen dat in 2000 en 2001 gezamenlijk het Van Wassenaer-project uitmaakte. Deze evenementen werden georganiseerd door een samenwerkingsverband waarvan de Familiestichting van Wassenaer, de Stichting Duivenvoorde, de Stichting Twickel, de Stichting Hollandse Historische Reeks, de Stichting Internationale van Wassenaer Concours en het Nationaal Archief deel uitmaken. Een team van eminente historici heeft daarnaast een schitterend geïllustreerd boek geschreven. In het Haags Historisch Museum en op Duivenvoorde en Twickel zijn bijzondere rondleidingen georganiseerd. Het Van Wassenaerconcours stond eveneens in het teken van dit jubileum en ook het Nationaal Archief rondde in 2002 een bijzonder archiefproject af.
Op deze nieuwe website treft u nadere informatie aan over de familiegeschiedenis in het algemeen, de familieleden, de projecten, boeken, tentoonstellingen en evenementen.
> Familiehistorie
> Familieleden
> Activiteiten
> Boeken
> Tentoonstellingen
> Fotoarchief (password)
> Familiehistorie
> Familieleden
> Activiteiten
> Boeken
> Tentoonstellingen
> Fotoarchief (password)
Welkom op de nieuwe site van de Familie van Wassenaer. De eerste versie van deze site hebben we gelanceerd in het jaar 2000, bij het 800-jarig bestaan van de familie. »lees meer
We hadden veel te vertellen, bijvoorbeeld over de tentoonstellingen in het Haags Historisch Museum en in de oude familiekastelen Duivenvoorde en Twickel, het in de Hollands Historische Reeks uitgegeven boek 'Heren van Stand' en over diverse archiefinventarisaties. Nu, twintig jaar verder, vonden we het tijd om de site op te frissen en aan te passen aan de context en de webtechniek van deze tijd. De site verwijst naar aspecten van onze familiegeschiedenis, kunstobjecten en naar de diverse stichtingen en instellingen waaraan wij direct of indirect zijn geliëerd, en geeft informatie over andere publicaties en tentoonstellingen als dat actueel is.
Mocht je naar aanleiding daarvan verdere informatie willen ontvangen, dan kun je die aanvragen op info@wassenaer.net.
Wij zijn Robert Koumans van NAIT Media Ventures heel dankbaar voor de productie van de nieuwe site. En Stichting Jacoba van Wassenaer Fonds voor de financiering van deze update.
Wij wensen je veel plezier toe bij je rondgang over onze site. Als je wilt kun je feedback achterlaten door hier te klikken.
Arent van Wassenaer
Voorzitter bestuur Familiestichting van Wassenaer