Frederik Hendrik van Wassenaer 1701–1772
heer van de beide Catwijcken, het Sant en Valkenburg, van IJzendoorn, Rijnsaterwoude en Raephorst
lid der Hollandse Ridderschap gecommitteerde in de Staten van Holland en de Staten Generaal
raad in den Hove van Holland
dijkgraaf van Rijnland
drossaard van Gorinchem en het land van Arkel
baljuw van Woudrichem en het land van Altena
baljuw van Den Haag
president van de Raad der Domeinen
lid van de Voogdijraad over Prins Willem V
coadjutor van het Duitsche Huis
Frederik Hendrik was de tweede zoon van Willem van Wassenaer en Harmeline Pieternelle Schaep van den Dam.
Hij werd ten doop gehouden door zijn peetoom, Frederik Willem van Wassenaer van Rosande, de broer van zijn grootvader, die de grote steun van zijn vader Willem was geweest, toen ze in 1688 met de stadhouder naar Engeland optrokken en ook in de oorlogen die daarna volgden.
Na Frederik Hendrik zouden in het gezin nog zeven kinderen geboren worden, twee zusters en vijf broers.
In de eerste dertien jaren van zijn leven was er oorlog, waar de Republiek, de meeste landen van West Europa en ook grote delen van Noord Amerika bij betrokken waren: de Spaanse Successieoorlog.
Karel II van Spanje had zijn neef, de kleinzoon van Lodewijk XIV van Frankrijk tot zijn opvolger benoemd en de Republiek, de Duitse keizer, tevens aartshertog van Oostenrijk en vele staten in Duitsland en Engeland trokken ten strijde om dit te verhinderen.
Willem van Wassenaer en zijn broer Carel Lodewijk (1685–1751) vochten mee te land, de andere broer van zijn vader, Jan Gerrit (1672–1723), ter zee.
De veldtochten, tot aan Spanje toe, begonnen meestal in het voorjaar, gingen door tot aan de herfst en in de winter kwamen de mannen weer thuis.
Hoe zou dat zijn geweest: te leven in zorg en angst om de afwezige mannen, niet wetend of ze een veldslag hadden overleefd, of ze gewond waren... er kwam maar weinig nieuws door.
En hoe zou het zijn geweest alleen in de winters de vaders thuis te hebben?
Frederik Hendrik wilde, evenals zijn oudste oom Arent van Wassenaer van Duivenvoorde, liever in ’s lands besturen dan in leger of marine dienen en ging in Utrecht rechten studeren. Deze universiteit was in die tijd het bolwerk van de gereformeerde orthodoxie. Waarom niet naar Leiden waar de Van Wassenaers zich van oudsher thuis hadden gevoeld?
Frederik Hendrik rondde in 1621 zijn studie af en werd doctor in de rechtsgeleerdheid.
Ondertussen werd de hele familie Van Wassenaer in die jaren door rampen getroffen: in het gezin van Willem van Wassenaer waren al twee dochters en een zoon overleden. Hijzelf stierf in 1719, Arent IX stierf in 1721 aan een overdosis morfine. Hij had zijn hele leven aan vreselijke pijnen geleden, vermoedelijk veroorzaakt door jicht waarvoor in die tijd nog geen middel bestond.
In 1723 overleed de admiraal Jan Gerrit aan een gescheurde slokdarm. Hij had ook aan de jicht geleden maar had die pijnen willen verhelpen met bovenmatig eten.
De beroemde professor Boerhaave, die indertijd nog in dezelfde jaren als Arent IX in Leiden had gestudeerd, heeft hem bijgestaan en deze casus beschreven.1)
Ook de drie jonge zonen van Arent IX waren jong gestorven. In zijn gezin waren alleen dochters overgebleven.
Jacob Harmen van Wassenaer (1700–1724), de oudste zoon van Willem, was nu de familieoudste van de nieuwe generatie.
Zouden de twee weduwen, Anna Margriet Bentinck en Harmeline Pieternelle Schaep van den Dam hebben bedacht dat Jacob Harmen dan maar moest trouwen met Anna Sophie van Wassenaer (1706–1730), de oudste dochter van Arent IX? Dan kon het grote Duivenvoordebezit voor de familie Van Wassenaer behouden blijven. En ook in de politiek zou de familie dan haar invloed in de Republiek kunnen behouden, want het bezit van een heerlijkheid betekende een plaats in de ridderschap en vandaar een plaats in de Staten van Holland en West-Friesland.
Neef en nicht moesten alleen nog een tijdje wachten, want ten tijde van dat besluit was Anna Sophie nog pas zestien jaar oud. Van een huwelijk is het nooit gekomen, want voor dat het huwelijk kon worden gesloten is Jacob Harmen in 1724 aan de pokken gestorven.
In 1729, vijf jaren na het overlijden van zijn broer, trouwde Frederik Hendrik met Anna Sophie.
De bruiloft werd met pracht en praal gevierd, de cadeaus die Anna Sophie meekreeg zijn beschreven in het verhaal over haar moeder. Het jonge paar trok in het grote Van Wassenaer van Duivenvoorde huis aan de Kneuterdijk bij Anna Margriet in.
Ook in dit gezin heeft het noodlot toegeslagen: anderhalf jaar na de huwelijkssluiting, in november 1730, stierf Anna Sophie in het kraambed. Zij werd in het familiegraf in Voorschoten begraven nadat zij daar met een indrukwekkende begrafenisstoet naar toe was gebracht. De kleine baby, Hermeline Carolina, heeft haar moeder maar drie maanden overleefd.
Frederik Hendrik kreeg van zijn schoonmoeder de eerste twee jaar na het overlijden van zijn vrouw 1000 gulden en in 1732 schonk zij hem 18.000 gulden.
In de geschiedschrijving over dit tragische verhaal wordt de nadruk gelegd op het feit dat door deze sterfgevallen de familie Van Wassenaer de heerlijkheden Duivenvoorde en Voorschoten en het enorme vermogen dat hier bij hoorde nu voor goed had verloren. Duivenvoorde zou in andere handen overgaan. Voorlopig geen plaats in de Hollandse Ridderschap voor Frederik Hendrik.
Over het persoonlijke verlies was geen woord te vinden. Het moet vreselijk zijn geweest.
Acht jaar later heeft Frederik Hendrik een nieuwe vrouw gevonden, die hem een plaats in de Hollandse ridderschap zou kunnen bezorgen. Dat was de toen achttienjarige Seyna Jacoba Isabella van Wijhe (1719–1785).
Na de dood van de tweede Willem van Liere van Catwijck (1652–1706) waren deheerlijkheden van de beide Catwijcken en het Sant overgegaan op diens zoon Willem die getrouwd was met Louise Elisabeth van Brakell. Dit huwelijk was kinderloos gebleven. Zij hadden hun nichtje, Seyna Jacoba Isabella van Wijhe, dochter van de zuster van Louise Elisabeth, tot hun erfgenaam benoemd.
Door met deze Seyna op 12 maart 1737 in de kerk in Katwijk aan de Rijn te trouwen verwierf Frederik Hendrik zich een heerlijkheid en werd hij kort na dit huwelijk in de Hollandse Ridderschap opgenomen. De bruid was toen 18 jaar oud en de bruigom 36 jaar. Elf maanden later werd hun eerste kind geboren.
Bij de Vrede van Utrecht in 1713 was de Franse prins Philip koning van Spanje geworden. De Zuidelijke Nederlanden waren in het bezit gekomen van de Oostenrijkse Habsburgers.
Toen Arent IX van Wassenaer in 1714 als ambassadeur naar Londen was gegaan heeft hij kunnen bereiken dat de Republiek daar de zogenaamde barrièresteden mocht behouden als garnizoensplaatsen. Een voorzorgsmaatregel, voor het geval dat de Fransen er nog eens zouden willen binnenvallen.
Financieel ging het slecht in het land in de jaren na 1713: de schulden waren hoog opgelopen en eigenlijk had de Republiek als grote mogendheid afgedaan.
Het leger werd ingekrompen en alleen nog maar gebruikt voor de verdediging van de barrièresteden, de vloot was verwaarloosd. Het hout in de beschoeiingen van dijken en sluisdeuren werd aangetast door de zogenaamde paalwormen. Die beschoeiingen moesten allen vervangen worden door een kostbare steenbedekking.
Het vee werd gedecimeerd door telkens weer terugkerende epidemieën.
De belastingen op allerlei goederen en bezittingen werden verhoogd, hetgeen tot opstanden leidde.
Ondertussen was Willem IV, de zoon van de jong gestorven Friese stadhouder Jan Willem Friso, in 1729 stadhouder van Drenthe, Gelderland en Groningen geworden, en in 1731 stadhouder van Friesland.
De Staten van Holland en West-Friesland en van Zeeland wensten geen stadhouder in hun gebied. Dit veranderde toen er opnieuw een oorlog losbarstte, dit maal in verband met de Oostenrijkse troonopvolging. De koningen van Spanje, Beieren en Polen wilden geen vrouw, Maria Theresia, dochter van Karel VI van Habsburg, als keizerin op de Oostenrijkse troon. De Oostenrijkse Successieoorlog brak uit en duurde van 1740 tot 1748. Al spoedig werden Frankrijk, Engeland en de Republiek hierin meegesleurd. De Franse legers trokken de Zuidelijke Nederlanden, nu Oostenrijks bezit, binnen en kwamen in 1747 wel tot heel dicht aan de Zeeuwse grenzen. In de paniek van die dagen werd geroepen om een stadhouder. Willem IV werd nu ook stadhouder van Holland en Zeeland.
Frederik Hendrik, die al jaren bevriend was met het prinselijk paar in Leeuwarden, had er zich eerder voor ingezet om Willem IV als stadhouder naar Holland te krijgen. Frederik Hendrik was in de Republiek toen al een belangrijk man geworden. Als lid van de Hollandse ridderschap was hij gecommitteerde in de Staten van Holland en in de Staten Generaal. De stadhouder beloonde hem nu ook voor zijn goede diensten.
Hij werd een van de Staatse plenipotentiarissen op het vredescongres in Aken in 1748 en in 1750 werd hij lid van de adviesraad voor de buitenlandse politiek, president
van de raad der domeinen en lid van de commissie tot herstel van de financiën van Holland. Hij kreeg de opdracht om in de steden besturen te veranderen.
In 1751 werd hij baljuw en dijkgraaf van Rijnland en in datzelfde jaar baljuw van Den Haag.2 Hij was een belangrijk en rijk man geworden met veel invloed en macht. De statenvertalingen van het Oude en Nieuwe Testament die in die tijd weer herdrukt werden en met fraaie afbeeldingen versierd, werden met een lovend voorwoord aan hem opgedragen.
Met zijn gezin woonde hij aan de Lange Vijverberg in Den Haag. Zijn oom Carel Lodewijk, die hij als baljuw van Den Haag had opgevolgd, woonde daar ook.
Na de vroege dood van de prins in 1751 werd Frederik Hendrik door zijn weduwe benoemd in de voogdijraad van hun minderjarige zoon, die eens zijn vader zou gaan opvolgen als stadhouder Willem V.
Frederik Hendrik hield van Katwijk. Hij kwam daar dikwijls om te jagen en heeft ook het hof laten verfraaien en vergroten. Het huis werd prachtig ingericht en de wanden met vele schilderijen van de familie behangen. Daar hingen misschien ook wel de portretten van hem en zijn vrouw die de schilder Jean Fournier (1703–1754) in 1752 van hen gemaakt had.
Die verbouwing moet hem schatten hebben gekost, net zoals de feesten en partijen die hij daar organiseerde. Hij hield van veel eten en drinken, werd een ‘smulpaap’ genoemd.
Willem IV vierde er in 1751 zijn verjaardag. Dat is een enorme partij geworden omdat de Valkenburgers er opeens militaire exercities kwamen uitvoeren, kinderen verzen kwamen voordragen en Katwijkse vissers een petitie kwamen aanbieden.
In 1758 stond Frederik Hendrik een stuk van zijn jachtgebied in Katwijk aan de Rijn af aan de joodse gemeenschap in Leiden. Hun begraafplaats in Leiden kreeg voortdurend te lijden van grafschenners. Zo kregen zij de mogelijkheid om in Katwijk aan nieuwe begraafplaats in te richten. Het kostte hen 10 gulden per jaar. Die begraafplaats bestaat nog steeds, aan de Rijnstaat, tegenover de straat naar de hervormde kerk.
Frederik Hendrik en Seyna kregen drie kinderen, twee zoons en een dochter, die alle drie hun ouders hebben overleefd. De zoons zijn nooit getrouwd, de dochter trouwde op 38-jarige leeftijd, een half jaar voor haar moeder stierf.
Frederik Hendrik moet van kinderen hebben gehouden.
Toen Willem V in 1766 meerderjarig was geworden en op 8 maart als stadhouder was geïnstalleerd werd hij in de Raad van State geïntroduceerd. Daar heeft Frederik Hendrik een toespraak tot hem gehouden:
‘het zij ons gepermitteerd Doorlugtigste Vorst, hier nog een wensch te moogen bijvoegen, dat u doorlugtige Hoogheid sich bevestigt siende in die hooge Posten, die hoogst derselve stellen aan het hoofd van de regeering van deze Republicg, nu ook eerlangs de keuze mag doen vaneene Princesse, welkers Loffelijke hoedanigheeden, die van u Doorluchtige Hoogheid eevenarende, ons ’t eenigen tijd mag verheugen met vorstelijke spruyten, die de roemrugtige naam van Oranje en Nassau onsterffelijk moogen maken...’ 3)
Dat Frederik Hendrik een diep gelovig man is geweest en dat de tijd waarin hij heeft geleefd een moeilijke tijd is geweest mogen enige citaten uit een brief van 27-1-1755, gericht ‘ter ordonnantie aan hooggem Heeren Staaten Generaal’ illustreren:
‘is wederom een jaar aan zegeningen gemengt met rampen en tegens poeden verloopen, inagten wij het ten hoogsten betamelijck het jaer waarin wij nu getreeden zijn te beginnen met de inwoonderen des landes wederom bij een te roepen om haare algemeene dankzeggingen, ver neederingen en gebeden voor den throon des allerhoogsten te vernieuwen.....’
‘....om ons selven te verneederen onder de oordelen waarmede wij alsnog besogt zijn, bysonder de aanhoudende sterfte van het rundvee ende de vermindering van onse commercie beijde seer geschikt om ons te doen gevoelen onse afhanke lijkheijd van den Allerhoogsten om ons voor hem terneder te werpen met een opregte belijdenis van sonden...’
‘.....ende swaerigheeden die den Staat noch ontmoed in de herstelling van desselfs oude voorspoed en luijster. Dat hij ook een zegen wil gebieden over alle onsche Raadslagen, en onderneemingen strekkende tot aanmoediging van Deugdbewaring van Vreede, bevor dering van commercie, voortzetting van nuttige kunsten en weten schappen en herstelling van het geluk en den voorspoed deser Natiën...’ .....’eijndelijk sal het tog onse pligt sijn, onse smeekingen op te offeren aan den Vader der ligten, dat hij sijnen geest wil uijtsenden over alle de Protestantse Kerken door de ganse waereld deselve bescher mende daar die verdrukt en vervolgd worden en bysonder over de Kerk die in ons vaderland door wettige authoriteijt is ingesteld dat waerheijd en vrede soowel als godsvrugt en deugd daarin meer en meer mogen toenemen...’ 4)
Op 27 december 1771 overleed Frederik Hendrik na een ‘langduurich verval van Kragten in den ouderdom van 70 jaeren en ruym 7 maaenden’.
De grootse begrafenis had te Katwijk plaats. De kist werd in een jacht van Den Haag naar Katwijk getransporteerd. Daar werden zes paarden voor de lijkkoets gespannen en aan iedere kant liepen vijf knechten. Er volgden acht koetsen met familieleden en daarachter volgde nog een hele stoet van Katwijkse en Valkenburgse notabelen, baljuws, predikanten, een
vertegenwoordiger van de hertog van Würtemberg, dokters, kerkmeesters, weesmeesters, personeel...
Seyna Jacoba heeft hem nog veertien jaar overleefd.
NOTEN
1 Boerhaave 1964
2 Brokken Heren van Stand: 195
3 Van Eis 1981: 99
4 Brief d.d. 27-1-1755, afschrift in bezit schrijfster
Op deze site wordt een beeld gegeven van 800 jaar familiegeschiedenis van één van de oudste adellijke geslachten, de Van Wassenaers. »lees meer
Op deze site wordt een beeld gegeven van 800 jaar familiegeschiedenis van één van de oudste adellijke geslachten, de Van Wassenaers. »lees meer
Op 3 november 2000 was het 800 jaar geleden dat voor het eerst een Van Wassenaer in schriftelijk gedocumenteerde vorm verscheen. Dat feit vormde de aanleiding voor een aantal evenementen dat in 2000 en 2001 gezamenlijk het Van Wassenaer-project uitmaakte. Deze evenementen werden georganiseerd door een samenwerkingsverband waarvan de Familiestichting van Wassenaer, de Stichting Duivenvoorde, de Stichting Twickel, de Stichting Hollandse Historische Reeks, de Stichting Internationale van Wassenaer Concours en het Nationaal Archief deel uitmaken. Een team van eminente historici heeft daarnaast een schitterend geïllustreerd boek geschreven. In het Haags Historisch Museum en op Duivenvoorde en Twickel zijn bijzondere rondleidingen georganiseerd. Het Van Wassenaerconcours stond eveneens in het teken van dit jubileum en ook het Nationaal Archief rondde in 2002 een bijzonder archiefproject af.
Op deze nieuwe website treft u nadere informatie aan over de familiegeschiedenis in het algemeen, de familieleden, de projecten, boeken, tentoonstellingen en evenementen.
> Familiehistorie
> Familieleden
> Activiteiten
> Boeken
> Tentoonstellingen
> Fotoarchief (password)
> Familiehistorie
> Familieleden
> Activiteiten
> Boeken
> Tentoonstellingen
> Fotoarchief (password)
Welkom op de nieuwe site van de Familie van Wassenaer. De eerste versie van deze site hebben we gelanceerd in het jaar 2000, bij het 800-jarig bestaan van de familie. »lees meer
We hadden veel te vertellen, bijvoorbeeld over de tentoonstellingen in het Haags Historisch Museum en in de oude familiekastelen Duivenvoorde en Twickel, het in de Hollands Historische Reeks uitgegeven boek 'Heren van Stand' en over diverse archiefinventarisaties. Nu, twintig jaar verder, vonden we het tijd om de site op te frissen en aan te passen aan de context en de webtechniek van deze tijd. De site verwijst naar aspecten van onze familiegeschiedenis, kunstobjecten en naar de diverse stichtingen en instellingen waaraan wij direct of indirect zijn geliëerd, en geeft informatie over andere publicaties en tentoonstellingen als dat actueel is.
Mocht je naar aanleiding daarvan verdere informatie willen ontvangen, dan kun je die aanvragen op info@wassenaer.net.
Wij zijn Robert Koumans van NAIT Media Ventures heel dankbaar voor de productie van de nieuwe site. En Stichting Jacoba van Wassenaer Fonds voor de financiering van deze update.
Wij wensen je veel plezier toe bij je rondgang over onze site. Als je wilt kun je feedback achterlaten door hier te klikken.
Arent van Wassenaer
Voorzitter bestuur Familiestichting van Wassenaer