Henri de Fleury de Coulan, Sieur de Buat, St. Cire et La Forest de Gay
a.k.a. Ritmeester Buat
Tot het einde van de twintigste eeuw heeft de familie de naam van de man, door Pieter Nason hier geschilderd, niet geweten. Men vermoedde dat er iets niet in de haak was met de geportretteerde. Zijn donker, zo on-Hollands voorkomen, de snaakse uitdrukking op het gezicht: men wist daar niet goed raad mee. Men sprak over ‘het zwarte schaap’ van de familie.
Totdat jhr. F.G.L.O. van Kretschmar, de toenmalige directeur van het Iconografisch Bureau te Den Haag, in de tachtiger jaren van de 20ste eeuw de afgebeelde identificeerde. Hij kon niemand anders geweest zijn dan Henri de Fleury de Coulan, Sieur de Buat, St. Cire et La Forest de Gay, hier te lande Ritmeester Buat genaamd.
En er is zeker een heel verhaal over hem te vertellen.
Zijn vader, Philippe Henri, een hugenoot, was hier commandant geweest van een Frans regiment infanterie. Diens zoon Henri begon zijn carrière als page aan het hof van prins Maurits en was zo ‘in het Huys van Orange van jongs af opgebraght’ aldus in een brief van Mary Stuart, de moeder van de latere Willem III, aan de Staten van Holland in april 1661.
In haar gezelschap had Henri later het hof van haar broer koning Karel II in Engeland bezocht en zelfs een jaargeld van de vorst gekregen, dat echter zeer onregelmatig werd uit betaald.
Buat was verbonden aan de hofhouding van de jonge prins, de latere stadhouder Willem III, die hij ‘zijn jonge meester’ noemde. Hij was veel in Den Haag en ‘meer dan eens, als de gelegenheid zich aanbood, toonde hij zich een wakker dienaar van de Staat’.1)
Vooral was dit het geval geweest in den jare 1660 tijdens de oorlog met Zweden, toen hij als vrijwilliger was uitgetrokken met de ruiterbende, die met het eskader van De Ruyter naar de Deense kusten overgevaren, zoveel bij had gedragen aan het bemachtigen van Nijborg. Wij lezen hoe hij ‘zich onder de troepen bevindende, die, met den kolonel Killegrew aan
’t hoofd, in schepen van de vloot waren afgezonden om een landing te beproeven, en zwaren last leden van des vijands geschut, met het rapier in de vuist in ’t water sprong en aan de overigen het voorbeeld gaf, om onder een hagelbui van kogels naar het strand te waden, de Zweedse ruiters, die hen aldaar met met groote overmacht afwachtenden, kloek moedig aan te tasten en na een hevig gevecht het veld te doen ruimen. De moed door hem bij die gelegenheid betoond, was door de Staten Generaal erkend geworden en Buat tot ritmeester benoemd; maar het had hem niet mogen gelukken, zich na dien gedenkwaardigen dag door nieuwe heldendaden te onderscheiden...’ 2)
Buat werd door zijn vrienden beschreven als ‘een aangenaam en algemeen bemind man, open van karakter, moedig, een goed soldaat, niet misdeeld ook van natuurlijk verstand, maar overgegeven aan den drank en praatziek en luidruchtig als hij een dronk ophad...’ 3)
Op 1 april 1664 trouwde hij met de toen 25-jaar oude Elisabeth Musch (1639–1699). Hij moet minstens achttien jaar ouder geweest zijn dan zij.
Elisabeth was de dochter van Cornelis Musch (1593–1650), griffier van de Staten Generaal, een rijk en zeer corrupt man en Elisabeth Cats (1618–1673), de dochter van Jacob Cats. Deze Elisabeth Cats was pas 17 jaar toen ze met de toen 44-jarige Cornelis trouwde.
Dit echtpaar kreeg drie dochters waarvan Elisabeth de middelste was.
Cornelis Musch stierf na vijf jaar huwelijk en liet een aanzienlijk vermogen na. Elisabeth Cats hertrouwde na twee jaar met de schatrijke weduwnaar Dirk Pauw zodat de drie Musch-meisjes in grote welstand konden opgroeien.vDie meisjes waren begeerlijke huwelijkspartners vanwege hun grote vermogen, maar ze hadden een slechte naam in Den Haag. Het verhaal gaat dat ze stomdronken, in mannenkleren gehuld en met degens zwaaiend over het Lange Voorhout zwierden. Later werd van Elisabeth gezegd dat zij een ‘zeer heet vrouwmens’ zou zijn geweest. Henri en Elisabeth betrokken een huis aan de Hoge Nieuwstraat in Den Haag.
Voor het verdere verhaal is het nu nodig om een korte beschrijving te geven van de toenmalige politieke situatie in ons land. Daar was de kliek rond de jonge prins van Oranje, de orangisten, die in de prins hun toekomstige stadhouder zagen.
Zij verwachtten steun van de koning van Engeland, Karel II, wiens zuster Mary Stuart de moeder was van Willem. Deze, na de dood van zijn vader stadhouder Willem II geboren, leek een zwak kind, lijdend aan hevige astma-aanvallen.
De republikeinen wilden geen stadhouder meer hebben en van die partij was Johan de Witt, de raadspensionaris van de Staten van Holland, de protagonist. Een zeer machtig man die hier de politieke touwtjes stevig in handen hield.
Zo lagen de zaken hier binnen het land.
En met de buitenlandse betrekkingen zag het er niet goed uit.
De Republiek was verwikkeld in een zware zeeoorlog met Engeland en tegelijkertijd was de bisschop van Münster in het oosten het land binnengevallen.
Lodewijk XIV kwam de Republiek te hulp door in januari 1666 de oorlog aan Engeland te verklaren en in april van hetzelfde jaar de vrede met de bisschop van Münster
te bewerkstelligen voor de Republiek.
Ons land was nog steeds in oorlog met Engeland, Lodewijk XIV ook, en deze wenste zeker geen aparte vrede tussen
de Republiek en Engeland. In deze oorlogssituatie hoopte de Oranje partij dat prins Willem stadhouder zou worden en het land zou redden, maar de Republikeinen onder leiding van Johan de Witt wensten dat zeker niet.
In die ingewikkelde situatie komen we onze ritmeester tegen.
Hij werd de onbezonnen en onbekwame handlanger van de Orangisten die dit liedje zongen:
‘al is ons prinsje nog zo klein
al evenwel zal hij stadhouder zijn’.
Medespelers zijn een zekere Gabriel Sylvius, die een hoveling was geweest aan het hof van Mary Stuart en daar bevriend was geraakt met Buat en lord Arlington, minister van buitenlands zaken van koning Karel II van Engeland. Lord Arlington was getrouwd met de dochter van Lodewijk van Nassau Beverweerd, een bastaardzoon van prins Maurits.
Arlington wilde de mogelijkheden onderzoeken om tot vrede met de republiek te komen en gaf Sylvius de opdracht om daartoe een correspondentie met Buat te beginnen over deze zaak. Buat moest die brieven dan weer bij De Witt bezorgen die hem de antwoorden daarop dicteerde.
Echter, Sylvius en Arlington hadden nog een ander geheim plan voor het geval dat de onderhandelingen met De Witt zouden mislukken. Namelijk om een Orangistische coup d’état in de Republiek te organiseren, het regime van De Witt omver te werpen, de jonge prins tot stadhouder te verheffen, de oorlog te beëindigen en de Engels-Hollandse vriendschapsband weer in ere te herstellen. Behalve de officiële correspondentie met De Witt schreef Sylvius ook brieven aan Buat, alleen voor hem bedoeld, waarin hij alle details van dit complot uiteenzette. Buat was zo dom om een van deze brieven aan De Witt te overhandigen in plaats van de officiële.
Natuurlijk moest De Witt ingrijpen maar hij deed dat niet onmiddellijk en Buat kreeg de kans om het land te ontvluchten, maar hij bleef en werd gevangen genomen.
Het kwam tot een proces voor het Hof van Holland waarbij Buat ter dood werd veroordeeld wegens hoogverraad. Op 11 oktober 1666 werd hij onthoofd. Hij werd bijgezet in het graf van Jacob Cats, zijn schoongrootvader, in de Kloosterkerk in Den Haag.
Constantijn Huygens schreef voor hem het volgende grafschrift:
‘Hier light een schuldigh man, van Hooft en Hals berooft,
Die, doen hij schuldigh weird, een’ hals had, maer geen hooft’.
Het zou nog tot 1672 duren, toen Lodewijk XIV vanuit het zuiden ons land binnenviel, de bisschop van Münster vanuit het Oosten en de Engelsen vanuit de zee, toen het land reddeloos, de regering radeloos en het volk redeloos was geworden, dat de jonge prins Willem de kans kreeg om te laten zien wie hij was en De Witt zijn macht en zijn leven moest verliezen.
De ritmeester Buat is in ons land een bekende figuur gebleven:
De beroemde historicus R. Fruin heeft over Buat geschreven en in 1850 verscheen zelfs een tweedelige roman van Jacob van Lennep over hem, Elisabeth Musch geheten.
In 1986 is er een Tv-serie over hem gemaakt met Coen Flinck in de rol van Buat.
En tenslotte was er indertijd een beroemd sigarenmerk, Ritmeester. Op het bandje stond zijn naam en een verzonnen afbeelding.
En Elisabeth Musch, de weduwe? Zij ging na Buats dood met de twee zoontjes naar Frankrijk om daar zijn bezittingen veilig te stellen. De kinderen zijn daar gestorven en volgens de verhalen heeft de weduwe er verder een wild liefdesleven kunnen leiden. Zij bezat nog een huis aan de Lange Vijverberg in Den Haag waar haar zusters ook een huis bezaten. Elisabeth overleed in 1699 in haar kasteel in Saint-Cyr.
En hoe is dit prachtige schilderij in de verzameling familieportretten van de familie Van Wassenaer terecht gekomen? Een van de zusters van Elisabeth, Maria Elisabeth, trouwde in 1654 met Matthijs Pompe. Zij moeten in het bezit zijn geweest van dit schilderij. Een dochter uit dat huwelijk, Isabella Jacoba, trouwde in 1686 met Willem Frederik van Brakel. Dit echtpaar kreeg twee dochters.
Louise Isabella van Brakell, de oudste, trouwde in 1720 met Willem van Liere, heer van de beide Catwijcken en het Sant. Hij was de zoon van Willem van Liere, heer van de beide Catwijcken en het Sant en Geertruyd van Wassenaer. De andere dochter, Henriëtte Philippine trouwde met Christiaan Reynoud van Wijhe van Echteld. Een dochter uit dit huwelijk, Seyna, erfde de heerlijkheid van de beide Catwijcken het Sant, met alles wat daarbij hoorde, van haar tante Louise Isabella van Liere van Brakell, die zelf kinderloos was gebleven. Seyna trouwde met Frederik Hendrik van Wassenaer die de nieuwe heer van Catwijck werd. En zo is het portret van de ritmeester in de familie Van Wassenaer terecht gekomen.
NOTEN
1 Fruin 1929: 26
2 Van Lennep Elisabeth Musch: 6
3 Fruin 1929: 28
Op deze site wordt een beeld gegeven van 800 jaar familiegeschiedenis van één van de oudste adellijke geslachten, de Van Wassenaers. »lees meer
Op deze site wordt een beeld gegeven van 800 jaar familiegeschiedenis van één van de oudste adellijke geslachten, de Van Wassenaers. »lees meer
Op 3 november 2000 was het 800 jaar geleden dat voor het eerst een Van Wassenaer in schriftelijk gedocumenteerde vorm verscheen. Dat feit vormde de aanleiding voor een aantal evenementen dat in 2000 en 2001 gezamenlijk het Van Wassenaer-project uitmaakte. Deze evenementen werden georganiseerd door een samenwerkingsverband waarvan de Familiestichting van Wassenaer, de Stichting Duivenvoorde, de Stichting Twickel, de Stichting Hollandse Historische Reeks, de Stichting Internationale van Wassenaer Concours en het Nationaal Archief deel uitmaken. Een team van eminente historici heeft daarnaast een schitterend geïllustreerd boek geschreven. In het Haags Historisch Museum en op Duivenvoorde en Twickel zijn bijzondere rondleidingen georganiseerd. Het Van Wassenaerconcours stond eveneens in het teken van dit jubileum en ook het Nationaal Archief rondde in 2002 een bijzonder archiefproject af.
Op deze nieuwe website treft u nadere informatie aan over de familiegeschiedenis in het algemeen, de familieleden, de projecten, boeken, tentoonstellingen en evenementen.
> Familiehistorie
> Familieleden
> Activiteiten
> Boeken
> Tentoonstellingen
> Fotoarchief (password)
> Familiehistorie
> Familieleden
> Activiteiten
> Boeken
> Tentoonstellingen
> Fotoarchief (password)
Welkom op de nieuwe site van de Familie van Wassenaer. De eerste versie van deze site hebben we gelanceerd in het jaar 2000, bij het 800-jarig bestaan van de familie. »lees meer
We hadden veel te vertellen, bijvoorbeeld over de tentoonstellingen in het Haags Historisch Museum en in de oude familiekastelen Duivenvoorde en Twickel, het in de Hollands Historische Reeks uitgegeven boek 'Heren van Stand' en over diverse archiefinventarisaties. Nu, twintig jaar verder, vonden we het tijd om de site op te frissen en aan te passen aan de context en de webtechniek van deze tijd. De site verwijst naar aspecten van onze familiegeschiedenis, kunstobjecten en naar de diverse stichtingen en instellingen waaraan wij direct of indirect zijn geliëerd, en geeft informatie over andere publicaties en tentoonstellingen als dat actueel is.
Mocht je naar aanleiding daarvan verdere informatie willen ontvangen, dan kun je die aanvragen op info@wassenaer.net.
Wij zijn Robert Koumans van NAIT Media Ventures heel dankbaar voor de productie van de nieuwe site. En Stichting Jacoba van Wassenaer Fonds voor de financiering van deze update.
Wij wensen je veel plezier toe bij je rondgang over onze site. Als je wilt kun je feedback achterlaten door hier te klikken.
Arent van Wassenaer
Voorzitter bestuur Familiestichting van Wassenaer